31-01-2018
Door: Lotte van Rooij
Typerend voor Namibië zijn de weidse uitzichten en de ruimte, héél veel ruimte. Hier kun je uren rondrijden en slechts een verdwaalde struisvogel en een paar springbokken tegenkomen. Met nog geen 2,5 miljoen inwoners, en twintig keer groter dan Nederland, is Namibië na Mongolië het dunst bevolkte land ter wereld. Zelf rondrijden in een 4WD door dit surrealistische landschap geeft het ultieme gevoel van vrijheid. Hier voel ik me altijd meteen klein als een muis. Na een paar keer diep ademhalen reflecteer je automatisch over je eigen plek in deze wereld. Regelmatig krijg ik tijdens een reis door Namibië spontaan een brok in mijn keel door zoveel schoonheid. Jaren geleden verloor ik mijn hart aan het droogste land ten zuiden van de Sahara. Sindsdien probeer ik regelmatig terug te keren naar het land dat in Zuidelijk Afrika liefkozend “God’s Country” wordt genoemd.
Zo ver als het oog reikt is er in Damaraland, in het noordwesten van Namibië, enkel ruige rotswoestijn te bekennen. Hier lijkt het alsof er enorme rotsblokken vanuit de hemel willekeurig zijn uitgestrooid. Overleven lijkt onmogelijk in deze maanlandschappen, maar leven is er wel degelijk. Van de Himba, een van de laatste nomadische stammen ter wereld, tot de zeldzame woestijnolifanten en de niet dood te krijgen welwitscha. De plant die maar liefst 2.000 jaar oud kan worden en in het Afrikaans ook wel de ‘Twee blaar kan nie dood nie’ genoemd wordt. Naar Damaraland ga je niet om in korte tijd veel dieren te zien, of een Big5 lijst in alle haast af te vinken. Het is een ruig gebied waar het na lang zoeken een onvergetelijke beloning is om de dieren te spotten die zich hebben weten aan te passen aan dit dorre klimaat.
Na een lange ochtend speuren zien we, dankzij onze kundige gids, een familie woestijnolifanten hoog over de bergrug lopen. Een piepjong olifantje probeert zijn slurf te gebruiken wat nog niet erg goed lukt. Het lijkt alsof ze ons amper opmerken wanneer ze van de berg afdalen en hun weg vervolgen waar wij onze ochtend koffie nuttigen. Woestijnolifanten zijn ongeveer net zo groot als hun soortgenoten in het meer waterrijke savanne gebied, maar toch zijn er een paar duidelijke verschillen. Zo lijken hun lichamen minder fors gebouwd, waarschijnlijk doordat er in de woestijn nu eenmaal minder eten te vinden is, en lijken de poten breder door de lange afstanden die de kuddes moeten afleggen op zoek naar water in het uitgestrekte Damaraland. Er zijn gevallen bekend waarbij een kudde maar liefst 200 km aflegt op zoek naar water. De woestijnolifanten drinken slechts één keer in de drie à vier dagen, een groot contrast met de familieleden in Etosha die tot maar liefst 200 liter water per dag drinken. Als we onze ‘scenic drive’ vervolgen en plots nog een eenzame bull tegenkomen die ontspannen staat te drinken bij een waterplaats, wordt de ochtend nóg mooier. We bekijken de olifant op ons gemak en schieten mooie plaatjes. Als de olifant vervolgens recht op mij afloopt en voor mijn neus stopt om rustig een beetje te snuffelen, vergeet ik, met opengevallen mond van verbazing, foto’s te maken. Ik moet me inhouden die mooie, robuuste kop niet aan te raken. De modder die in de hete zon op zijn huid opdroogt kan ik gewoon ruiken. Zo dichtbij! Na een rustgevend gerommel, ik zie het maar als een groet, loopt de olifant weer verder richting verse bladeren. Een onvergetelijk moment midden in de droge woestijn van Namibië!
Bekijk hier onze Namibië Safari’s, deze dienen ter inspiratie en maken we volledig op maat afhankelijk van uw wensen.
Lotte van Rooij
Kan ik u helpen?